Genocide Rohingya Moslims: De Genocide Waar Nog Niemand Van Gehoord Heeft

Door : | 0 Reacties | Op : 26-08-2017 | Categorie : SoSo Blog

“Oud VN secretaris-generaal Koffi Annan adviseert de Birmese regering geen ‘buitensporig geweld’ op de Rohingya Moslims toe te passen, want anders zouden de Rohingya Moslims ‘radicaliseren’.”

De mainstream media vermeldt het volgende:

“In Myanmar hebben islamitische milities gecoördineerde aanvallen uitgevoerd op 24 verschillende politieposten. Bij een aanval werd een zelfgemaakte bom gebruikt. Ten minste tien agenten en een soldaat kwamen om, net als zeker 21 opstandelingen.”

Aangezien de Fabeltjeskrant allang verleden tijd is, is het tijd voor het verhaal van de ‘grote mensen wereld’!:

Volgens de Verenigde Naties zijn de Rohingya één van de meest vervolgde minderheden ter wereld.

Rohingya Moslims worden verdreven, gemarteld, levend verbrand en er vinden massale groepsverkrachtingen plaats.

Een groep bloeddorstige boeddhisten in het gebied Rakhine (Arakan) in de Republiek der Unie van Myanmar (voorheen Birma) heeft zich het recht toegeëigend om duizenden Moslims te mishandelen,verkrachten en te vermoorden.

De beelden en filmpjes die overal op het internet circuleren is het bewijs dat er een massa-genocide gaande is.

Waarom grijpt niemand in ??????

 

Geschiedenis:

De Rohingya Moslims wonen in het gebied Rakhine. Rakhine was een onafhankelijke Islamitische staat dat in 1742 door Birmese boeddhisten is aangevallen en geannexeerd. Na een heerschappij van 40 jaar hebben de Engelse kolonisten dit gebied tot 1942 bezet.
Vervolgens is Rakhine onder de eerste Panglong Agreement door de Engelsen overgedragen aan de Birmese boeddhisten. Vanaf het vertrek van de Engelsen hebben de lokale boeddhisten meer dan 100.000 Moslims uitgeroeid.

 

*Op dit moment vindt er een grote ‘etnische zuivering’ plaats. De beelden die op het internet circuleren (ook op Al Jazeera) liegen er niet om. Ik las een post op Facebook en wil die graag met jullie delen:

“In Myanmar laait het geweld deze week weer op! Nadat het leger troepen aan het opbouwen was rond Rathedaung Township en daar de aanwezige moslims de toegang tot voedsel afsneed heeft een Rohingya verzetsorganisatie (ARSU) een aanval op hen uitgevoerd. Het leger slaat terug zoals altijd: de totale islamitische bevolking wordt aangevallen en dorpen worden afgebrand. Stichting as-Salaamah wal’Adaalah ontvangt vele gruwelijke beelden van slachtoffers uit het gebied en de paniek is groot. Meer info volgt!
………………………………………….”

Bron: Bastiaan Wildeman Facebook

 

De genocide op de Rohingya Moslims doet mij op de een of andere manier denken aan de volgende Verzen in de Koran:

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren Soerah 7: 206 verzen

“En Môesa (Mozes) zei: “O Fir’aun (Pharao), voorwaar, ik ben een Boodschapper van de Heer der Werelden.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:104

“Het is mij verplicht dat ik over Allah niets dan de Waarheid zeg. Waarlijk, ik ben tot jullie gekomen met een duidelijk Teken van jullie Heer, stuur de Kinderen van Israël daarom met mij mee.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:105

“Hij (Fir’aun) zei: “Als jij echt met een teken gekomen bent, breng het dan tevoorschijn als jij tot de waarachtigen behoort.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:106

“Toen wierp hij (Môesa) zijn staf, en toen wed deze een duidelijke slang.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:107

“En hij haalde zijn hand tevoorschijn, en toen werd deze witstralend voor de toeschouwers.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:108

“De vooraanstaanden van Fir’aun’s volk zeiden: “Voorwaar, dit is een kundige tovenaar.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:109

“Hij wil jullie uit jullie land verdrijven!” (Fir’aun vroeg:) “Wat raden jullie mij aan?”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:110

“Zij zeiden: “Geef hem en zijn broeder (Harôen) uitstel, en stuur verzamelaars naar de steden.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:111

“Opdat zij alle vaardige tovenaars tot u brengen.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:112

“En de tovenaars kwamen tot Fir’aun, zei zeiden: “Voorwaar, is er voor ons zeker een beloning als wij de winnaar zijn.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:113

“Hij (Fir’aun) zei: “Ja, en voorwaar, jullie zullen tot de nabijen behoren.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:114

“Zei zeiden: “O Môesa, werp jij (eerst) of werpen wij ?”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:115

“Hij zei: “Werpt.” Toen zij dan wierpen, betoverden zij de ogen van de mensen en joegen hen angst aan met geweldige tovenarij.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:116

“En Wij openbaarden aan Môesa: “Werp jouw staf!” En toen verslond deze wat zij met hun bedrog hadden gemaakt.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:117

“Toen werd de Waarheid duidelijk, en bleek wat zij (de tovenaars) plachten te doen valsheid te zijn.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:118

“Zij werden daar verslagen, en zij keerden vernederd terug.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:119

“En de (tot inkeer gekomen) tovenaars wierpen zich (als in de salât) neer.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:120

“Zij zeiden: “Wij geloven in de Heer der Werelden.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:121

“De Heer van Môesa en Hârôen.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:122

“Fir’aun zei: ” Geloven jullie hem vóór dat ik jullie toestemming heb gegeven? Voorwaar, dit is zeker een list die jullie beraamd hebben in de stad om de inwoners ervan te verdrijven. Maar straks zullen jullie weten (wat de gevolgen van jullie daden zijn).”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:123

“Ik zal zeker jullie handen en voeten kruiselings afhouwen en vervolgens zal ik jullie zeker allen kruisigen.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:124

“Zij (de voormalige tovenaars) zeiden: “Voorwaar, tot onze Heer keren wij terug.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:125

“En jij neemt slechts wraak op ons, omdat wij in de Tekenen van Onze Heer geloofden toen deze tot ons kwamen. Onze Heer, schenk ons geduld en doe ons sterven als mensen die zich (aan U) hebben overgegeven.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:126

“En de vooraanstaanden van het volk van Fir’aun zeiden: “Laat u Môesa en zijn volk verderf op aarde zaaien en u en uw goden verlaten?” Hij zei: “Wij zullen hun zonen doden en hun dochters in leven laten: en voorwaar, wij zijn oppermachtig over hen.”

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:127

“Môesa zei tot zijn volk: “Smeekt Allah om hulp en weest geduldig. Voorwaar, de aarde behoort aan Allah, Hij doet haar erven aan wie Hij wil van zijn dienaren. En de (goede) einde behoort aan de *Moettaqoen.”(zij die Allah’s toorn vrezen)

Soerah ‘Al A’raf’: De Hoge Muren 7:128

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaats een reactie

:wink: :-| :-x :twisted: :) 8-O :( :roll: :-P :oops: :-o :mrgreen: :lol: :idea: :-D :evil: :cry: 8) :arrow: :-? :?: :!: