Soerah 57: Al-Hadid: IJzer

Door : SoSo Kitchen | 0 Reacties | Op : 17-12-2021 | Categorie : SoSo Blog

“Soera Al-Hadid van de Heilige Koran werd geopenbaard in de periode dat de niet-gelovigen de kleine Islamitische Staat van alle kanten aanvielen. Het moedigt moslims aan om offers te brengen voor hun geloof in Allah en zich bewust te zijn van niet-gelovigen en hypocrieten in hun eigen gelederen.”

بِسۡمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحۡمَٰنِ ٱلرَّحِيمِ

In de naam van Allah, de meest Barmhartige, de meest Genadevolle

سَبَّحَ لِلَّهِ مَا فِي ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۖ وَهُوَ ٱلۡعَزِيزُ ٱلۡحَكِيمُ ١

Wat er in de hemelen en op aarde is verheerlijkt Allah, en Hij is de Almachtige, de Alwijze.

لَهُۥ مُلۡكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۖ يُحۡيِۦ وَيُمِيتُۖ وَهُوَ عَلَىٰ كُلِّ شَيۡءٖ قَدِيرٌ ٢

Aan Hem is het koninkrijk van de hemelen en de aarde. Hij is Degene Die het leven geeft en de dood veroorzaakt; en Hij is tot alle dingen in staat.

هُوَ ٱلۡأَوَّلُ وَٱلۡأٓخِرُ وَٱلظَّٰهِرُ وَٱلۡبَاطِنُۖ وَهُوَ بِكُلِّ شَيۡءٍ عَلِيمٌ ٣

Hij is de Eerste en de Laatste, de Grootste en de Onwaarneembare. En Hij is de Alwetende van alles.

هُوَ ٱلَّذِي خَلَقَ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضَ فِي سِتَّةِ أَيَّامٖ ثُمَّ ٱسۡتَوَىٰ عَلَى ٱلۡعَرۡشِۖ يَعۡلَمُ مَا يَلِجُ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَمَا يَخۡرُجُ مِنۡهَا وَمَا يَنزِلُ مِنَ ٱلسَّمَآءِ وَمَا يَعۡرُجُ فِيهَاۖ وَهُوَ مَعَكُمۡ أَيۡنَ مَا كُنتُمۡۚ وَٱللَّهُ بِمَا تَعۡمَلُونَ بَصِيرٞ ٤

Hij is Degene Die de hemelen en de aarde in zes dagen heeft geschapen waarna Hij Zich op de Troon zetelde. Hij kent wat de aarde ingaat en wat er weer uitkomt, en wat uit de hemel neerdaalt en wat er in opstijgt. En Hij is met jullie, waar jullie ook zijn. En Allah is de Alziende over wat jullie doen.

لَّهُۥ مُلۡكُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۚ وَإِلَى ٱللَّهِ تُرۡجَعُ ٱلۡأُمُورُ ٥

Aan Hem is het koninkrijk van de hemelen en de aarde. En tot Allah komen alle zaken terug.

يُولِجُ ٱلَّيۡلَ فِي ٱلنَّهَارِ وَيُولِجُ ٱلنَّهَارَ فِي ٱلَّيۡلِۚ وَهُوَ عَلِيمُۢ بِذَاتِ ٱلصُّدُورِ ٦

Hij laat de nacht overgaan in de dag, en laat de dag overgaan in de nacht. En Hij is de Kenner van wat in de harten is.

ءَامِنُواْ بِٱللَّهِ وَرَسُولِهِۦ وَأَنفِقُواْ مِمَّا جَعَلَكُم مُّسۡتَخۡلَفِينَ فِيهِۖ فَٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ مِنكُمۡ وَأَنفَقُواْ لَهُمۡ أَجۡرٞ كَبِيرٞ ٧

Geloof in Allah en Zijn Boodschapper en geef weg van datgene waarvan Hij jullie erfgenamen heeft gemaakt. Voor degenen van jullie die geloven en besteden zal er een grote beloning zijn.

وَمَا لَكُمۡ لَا تُؤۡمِنُونَ بِٱللَّهِ وَٱلرَّسُولُ يَدۡعُوكُمۡ لِتُؤۡمِنُواْ بِرَبِّكُمۡ وَقَدۡ أَخَذَ مِيثَٰقَكُمۡ إِن كُنتُم مُّؤۡمِنِينَ ٨

En wat scheelt jullie dat jullie niet in Allah geloven! Terwijl de Boodschapper jullie oproept om te geloven in jullie Heer? En Hij heeft jullie zeker als bondgenoten genomen, als jullie ware gelovigen zijn.

هُوَ ٱلَّذِي يُنَزِّلُ عَلَىٰ عَبۡدِهِۦٓ ءَايَٰتِۭ بَيِّنَٰتٖ لِّيُخۡرِجَكُم مِّنَ ٱلظُّلُمَٰتِ إِلَى ٱلنُّورِۚ وَإِنَّ ٱللَّهَ بِكُمۡ لَرَءُوفٞ رَّحِيمٞ ٩

Hij is Degene die duidelijke Verzen heeft gestuurd aan Zijn dienaar om jullie uit de duisternis naar het licht te brengen. En waarlijk, Allah is voor jullie vol vriendelijkheid, Genadevol.

وَمَا لَكُمۡ أَلَّا تُنفِقُواْ فِي سَبِيلِ ٱللَّهِ وَلِلَّهِ مِيرَٰثُ ٱلسَّمَٰوَٰتِ وَٱلۡأَرۡضِۚ لَا يَسۡتَوِي مِنكُم مَّنۡ أَنفَقَ مِن قَبۡلِ ٱلۡفَتۡحِ وَقَٰتَلَۚ أُوْلَٰٓئِكَ أَعۡظَمُ دَرَجَةٗ مِّنَ ٱلَّذِينَ أَنفَقُواْ مِنۢ بَعۡدُ وَقَٰتَلُواْۚ وَكُلّٗا وَعَدَ ٱللَّهُ ٱلۡحُسۡنَىٰۚ وَٱللَّهُ بِمَا تَعۡمَلُونَ خَبِيرٞ ٠١

En wat scheelt jullie dat jullie niet voor de zaak van Allah uitgeven? En aan Allah behoort de erfenis van de hemelen en de aarde. Degenen van jullie die vόόr de overwinning (bij Mekkah) bijdragen gaven en vochten zijn niet gelijk. Zij staan hoger in rang dan degenen die daarna besteedden en vochten. Maar voor allen heeft Allah het beste beloofd. En Allah is Alwetend van wat jullie doen.

مَّن ذَا ٱلَّذِي يُقۡرِضُ ٱللَّهَ قَرۡضًا حَسَنٗا فَيُضَٰعِفَهُۥ لَهُۥ وَلَهُۥٓ أَجۡرٞ كَرِيمٞ ١١

Wie is degene die aan Allah een goede lening geeft? Dan zal (Allah) deze voor hem verdubbelen en hij zal een goede beloning krijgen.

يَوۡمَ تَرَى ٱلۡمُؤۡمِنِينَ وَٱلۡمُؤۡمِنَٰتِ يَسۡعَىٰ نُورُهُم بَيۡنَ أَيۡدِيهِمۡ وَبِأَيۡمَٰنِهِمۖ بُشۡرَىٰكُمُ ٱلۡيَوۡمَ جَنَّٰتٞ تَجۡرِي مِن تَحۡتِهَا ٱلۡأَنۡهَٰرُ خَٰلِدِينَ فِيهَاۚ ذَٰلِكَ هُوَ ٱلۡفَوۡزُ ٱلۡعَظِيمُ ٢١

Op En de dag waarop jij de gelovige mannen en de gelovige vrouwen ziet. Hun licht straalt voor hen uit en bij hun rechterhanden. (Er wordt hen gezegd:) “Goed nieuws is voor jullie op deze dag: Tuinen waar rivieren onderdoor stromen (het Paradijs) om daarin voor altijd te verblijven! Waarlijk, dit is een groot succes!”

يَوۡمَ يَقُولُ ٱلۡمُنَٰفِقُونَ وَٱلۡمُنَٰفِقَٰتُ لِلَّذِينَ ءَامَنُواْ ٱنظُرُونَا نَقۡتَبِسۡ مِن نُّورِكُمۡ قِيلَ ٱرۡجِعُواْ وَرَآءَكُمۡ فَٱلۡتَمِسُواْ نُورٗاۖ فَضُرِبَ بَيۡنَهُم بِسُورٖ لَّهُۥ بَابُۢ بَاطِنُهُۥ فِيهِ ٱلرَّحۡمَةُ وَظَٰهِرُهُۥ مِن قِبَلِهِ ٱلۡعَذَابُ ٣١

Op die Dag zullen de hypocrieten – mannen en vrouwen – tegen de gelovigen zeggen: “Wacht op ons! Laat ons wat van jullie licht gebruiken.” Er zal gezegd worden: “Ga terug, naar achteren en zoek dan het licht!” Er zal dan een muur tussen hen worden geplaatst met een poort daarin. Aan de binnenkant is er de Genade en aan de buitenkant is er de bestraffing.

يُنَادُونَهُمۡ أَلَمۡ نَكُن مَّعَكُمۡۖ قَالُواْ بَلَىٰ وَلَٰكِنَّكُمۡ فَتَنتُمۡ أَنفُسَكُمۡ وَتَرَبَّصۡتُمۡ وَٱرۡتَبۡتُمۡ وَغَرَّتۡكُمُ ٱلۡأَمَانِيُّ حَتَّىٰ جَآءَ أَمۡرُ ٱللَّهِ وَغَرَّكُم بِٱللَّهِ ٱلۡغَرُورُ ٤١

Zij (de hypocrieten) zullen tegen de gelovigen roepen: “Waren wij niet bij jullie?” De gelovigen zullen antwoorden: “Ja! Maar jullie brachten jullie zelf in verzoeking, jullie twijfelden en wachtten en jullie werden bedrogen door valse wensen, totdat de verordening van Allah kwam. En de voornaamste bedrieger heeft jullie van Allah weggeleid.

فَٱلۡيَوۡمَ لَا يُؤۡخَذُ مِنكُمۡ فِدۡيَةٞ وَلَا مِنَ ٱلَّذِينَ كَفَرُواْۚ مَأۡوَىٰكُمُ ٱلنَّارُۖ هِيَ مَوۡلَىٰكُمۡۖ وَبِئۡسَ ٱلۡمَصِيرُ ٥١

Op deze dag zal er dus geen losprijs van jullie geaccepteerd worden, noch van degenen die ongelovig waren. Jullie verblijfplaats is het Vuur, dat is jullie beschermer en slecht is die bestemming zeker.

۞ أَلَمۡ يَأۡنِ لِلَّذِينَ ءَامَنُوٓاْ أَن تَخۡشَعَ قُلُوبُهُمۡ لِذِكۡرِ ٱللَّهِ وَمَا نَزَلَ مِنَ ٱلۡحَقِّ وَلَا يَكُونُواْ كَٱلَّذِينَ أُوتُواْ ٱلۡكِتَٰبَ مِن قَبۡلُ فَطَالَ عَلَيۡهِمُ ٱلۡأَمَدُ فَقَسَتۡ قُلُوبُهُمۡۖ وَكَثِيرٞ مِّنۡهُمۡ فَٰسِقُونَ ٦١

Is het voor degenen die geloven nog geen tijd, dat hun harten zich vernederen voor het gedenken van Allah en wat van de Waarheid geopenbaard is? En laten zij niet worden zoals degenen die het Boek voordien hebben ontvangen. Voor hen was de termijn (te) lang geworden waardoor hun hart werd verhard en velen van hen ongehoorzaam werden. En velen van hen waren verdorven.

ٱعۡلَمُوٓاْ أَنَّ ٱللَّهَ يُحۡيِ ٱلۡأَرۡضَ بَعۡدَ مَوۡتِهَاۚ قَدۡ بَيَّنَّا لَكُمُ ٱلۡأٓيَٰتِ لَعَلَّكُمۡ تَعۡقِلُونَ ٧١

Weet dat Allah leven aan de aarde geeft na haar dood! Voorwaar, Wij hebben de Tekenen voor jullie duidelijk gemaakt, als jullie het maar begrijpen.

إِنَّ ٱلۡمُصَّدِّقِينَ وَٱلۡمُصَّدِّقَٰتِ وَأَقۡرَضُواْ ٱللَّهَ قَرۡضًا حَسَنٗا يُضَٰعَفُ لَهُمۡ وَلَهُمۡ أَجۡرٞ كَرِيمٞ ٨١

Waarlijk, degenen die in liefdadigheid geven, mannen en vrouwen, en aan Allah een goede lening geven: het zal vele malen vermenigvuldigd worden en voor hen zal er een eerbare goede beloning zijn.

وَٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ بِٱللَّهِ وَرُسُلِهِۦٓ أُوْلَٰٓئِكَ هُمُ ٱلصِّدِّيقُونَۖ وَٱلشُّهَدَآءُ عِندَ رَبِّهِمۡ لَهُمۡ أَجۡرُهُمۡ وَنُورُهُمۡۖ وَٱلَّذِينَ كَفَرُواْ وَكَذَّبُواْ بِـَٔايَٰتِنَآ أُوْلَٰٓئِكَ أَصۡحَٰبُ ٱلۡجَحِيمِ ٩١

En degenen die geloven in Allah en Zijn Boodschapper: zij zijn de trouwe volgelingen en de martelaren in het aangezicht van hun Heer, zij zullen hun beloning hebben en hun licht. Maar degenen die ongelovig waren en Onze Tekenen ontkennen – zij zullen de bewoners van het laaiende Vuur zijn.

ٱعۡلَمُوٓاْ أَنَّمَا ٱلۡحَيَوٰةُ ٱلدُّنۡيَا لَعِبٞ وَلَهۡوٞ وَزِينَةٞ وَتَفَاخُرُۢ بَيۡنَكُمۡ وَتَكَاثُرٞ فِي ٱلۡأَمۡوَٰلِ وَٱلۡأَوۡلَٰدِۖ كَمَثَلِ غَيۡثٍ أَعۡجَبَ ٱلۡكُفَّارَ نَبَاتُهُۥ ثُمَّ يَهِيجُ فَتَرَىٰهُ مُصۡفَرّٗا ثُمَّ يَكُونُ حُطَٰمٗاۖ وَفِي ٱلۡأٓخِرَةِ عَذَابٞ شَدِيدٞ وَمَغۡفِرَةٞ مِّنَ ٱللَّهِ وَرِضۡوَٰنٞۚ وَمَا ٱلۡحَيَوٰةُ ٱلدُّنۡيَآ إِلَّا مَتَٰعُ ٱلۡغُرُورِ ٠٢

Weet dat het leven van deze wereld slechts een spel is, een vermaak, praal en wederzijdse vertoning onder jullie en rivaliteit met betrekking tot weelde en kinderen, zoals de plantengroei na een regenbui bij de boeren verwondering wekt. Daarna drogen ze op en je ziet ze geel worden; dan wordt het stro. En in het Hiernamaals is er een harde bestraffing en vergiffenis van Allah en welbehagen terwijl het wereldse leven slechts een verleidende genieting is.

سَابِقُوٓاْ إِلَىٰ مَغۡفِرَةٖ مِّن رَّبِّكُمۡ وَجَنَّةٍ عَرۡضُهَا كَعَرۡضِ ٱلسَّمَآءِ وَٱلۡأَرۡضِ أُعِدَّتۡ لِلَّذِينَ ءَامَنُواْ بِٱللَّهِ وَرُسُلِهِۦۚ ذَٰلِكَ فَضۡلُ ٱللَّهِ يُؤۡتِيهِ مَن يَشَآءُۚ وَٱللَّهُ ذُو ٱلۡفَضۡلِ ٱلۡعَظِيمِ ١٢

Wedijver om de vergiffenis van uw Heer en voor het Paradijs, waarvan de breedte gelijk is aan de breedte tussen hemel en de aarde, die voorbereid is voor degenen die in Allah en Zijn Boodschapper geloven. Dat is de gunst van Allah die Hij aan degene die Hij wil, geeft. En Allah is de Eigenaar van een grote overvloed.

مَآ أَصَابَ مِن مُّصِيبَةٖ فِي ٱلۡأَرۡضِ وَلَا فِيٓ أَنفُسِكُمۡ إِلَّا فِي كِتَٰبٖ مِّن قَبۡلِ أَن نَّبۡرَأَهَآۚ إِنَّ ذَٰلِكَ عَلَى ٱللَّهِ يَسِيرٞ ٢٢

Er treft de aarde of julliezelf geen ramp, of het staat in het boek van de beslissingen (zelfs) vόόrdat Wij het tot uitvoering brengen. Voorzeker, dat is gemakkelijk voor Allah.

لِّكَيۡلَا تَأۡسَوۡاْ عَلَىٰ مَا فَاتَكُمۡ وَلَا تَفۡرَحُواْ بِمَآ ءَاتَىٰكُمۡۗ وَٱللَّهُ لَا يُحِبُّ كُلَّ مُخۡتَالٖ فَخُورٍ ٣٢

Zodat jullie niet teleurgesteld zullen zijn over de (goede) zaken die aan jullie zijn voorbijgegaan, en evenmin dat jullie je (verwaand) verheugen over (het goede) dat jullie werd toebedeeld. En Allah houdt niet van de hoogmoedige opscheppers.

ٱلَّذِينَ يَبۡخَلُونَ وَيَأۡمُرُونَ ٱلنَّاسَ بِٱلۡبُخۡلِۗ وَمَن يَتَوَلَّ فَإِنَّ ٱللَّهَ هُوَ ٱلۡغَنِيُّ ٱلۡحَمِيدُ ٤٢

Degenen die gierig zijn en mensen tot gierigheid aanmoedigen. En ieder die zich afkeert. Voorwaar, Allah is de Behoefteloze, de Geprezene.

لَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا رُسُلَنَا بِٱلۡبَيِّنَٰتِ وَأَنزَلۡنَا مَعَهُمُ ٱلۡكِتَٰبَ وَٱلۡمِيزَانَ لِيَقُومَ ٱلنَّاسُ بِٱلۡقِسۡطِۖ وَأَنزَلۡنَا ٱلۡحَدِيدَ فِيهِ بَأۡسٞ شَدِيدٞ وَمَنَٰفِعُ لِلنَّاسِ وَلِيَعۡلَمَ ٱللَّهُ مَن يَنصُرُهُۥ وَرُسُلَهُۥ بِٱلۡغَيۡبِۚ إِنَّ ٱللَّهَ قَوِيٌّ عَزِيزٞ ٥٢

Voorwaar, Wij zonden Onze Boodschappers met duidelijke bewijzen (en keiharde argumenten). En Wij hebben met hen het Boek en de Weegschaal (regelgeving) neergezonden, opdat de mens rechtvaardig kan zijn. En wij hebben het ijzer neergezonden, waarin veel macht ligt en (tegelijkertijd) de mensheid van groot nut kan zijn. Zodoende doet Allah weten wie Hem en Zijn Boodschappers te hulp schieten, met een blind vertrouwen in het ongeziene. Waarlijk, Allah is sterk en Almachtig.

وَلَقَدۡ أَرۡسَلۡنَا نُوحٗا وَإِبۡرَٰهِيمَ وَجَعَلۡنَا فِي ذُرِّيَّتِهِمَا ٱلنُّبُوَّةَ وَٱلۡكِتَٰبَۖ فَمِنۡهُم مُّهۡتَدٖۖ وَكَثِيرٞ مِّنۡهُمۡ فَٰسِقُونَ ٦٢

En voorwaar, Wij hebben Noah en Ibrahim gestuurd en aan hun nageslacht het Profeetschap en het boek geschonken en onder hen waren er die de Leding volgden, maar velen van hen waren verdorven.

ثُمَّ قَفَّيۡنَا عَلَىٰٓ ءَاثَٰرِهِم بِرُسُلِنَا وَقَفَّيۡنَا بِعِيسَى ٱبۡنِ مَرۡيَمَ وَءَاتَيۡنَٰهُ ٱلۡإِنجِيلَۖ وَجَعَلۡنَا فِي قُلُوبِ ٱلَّذِينَ ٱتَّبَعُوهُ رَأۡفَةٗ وَرَحۡمَةٗۚ وَرَهۡبَانِيَّةً ٱبۡتَدَعُوهَا مَا كَتَبۡنَٰهَا عَلَيۡهِمۡ إِلَّا ٱبۡتِغَآءَ رِضۡوَٰنِ ٱللَّهِ فَمَا رَعَوۡهَا حَقَّ رِعَايَتِهَاۖ فَـَٔاتَيۡنَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ مِنۡهُمۡ أَجۡرَهُمۡۖ وَكَثِيرٞ مِّنۡهُمۡ فَٰسِقُونَ ٧٢

Dan deden Wij Onze Boodschappers in hun voetsporen treden. En Wij stuurden Isa, de zoon van Maryam, en gaven hem de Indjiel. En Wij gaven aan de harten die hem volgden toewijding en genade. Maar het kloosterschap (celibaat) dat hebben zij (zelf) toegevoegd. Wij hebben hen het niet voorgeschreven. (Zij deden het) slechts om Allah daar een genoegen mee te doen, daarna onderhielden zij het niet naar behoren en Wij gaven degenen onder hen die geloofden, hun beloning, maar velen van waren zijn verdorven.

يَٰٓأَيُّهَا ٱلَّذِينَ ءَامَنُواْ ٱتَّقُواْ ٱللَّهَ وَءَامِنُواْ بِرَسُولِهِۦ يُؤۡتِكُمۡ كِفۡلَيۡنِ مِن رَّحۡمَتِهِۦ وَيَجۡعَل لَّكُمۡ نُورٗا تَمۡشُونَ بِهِۦ وَيَغۡفِرۡ لَكُمۡۚ وَٱللَّهُ غَفُورٞ رَّحِيمٞ ٨٢

O, jullie die geloven! Vrees Allah en geloof in Zijn Boodschapper. Hij zal jullie een dubbele portie van Zijn genade geven, en Hij zal jullie een licht geven waarmee jullie (recht) zullen voortgaan en Hij zal jullie vergeven. En Allah is Vergevingsgezind, Genadevol.

لِّئَلَّا يَعۡلَمَ أَهۡلُ ٱلۡكِتَٰبِ أَلَّا يَقۡدِرُونَ عَلَىٰ شَيۡءٖ مِّن فَضۡلِ ٱللَّهِ وَأَنَّ ٱلۡفَضۡلَ بِيَدِ ٱللَّهِ يُؤۡتِيهِ مَن يَشَآءُۚ وَٱللَّهُ ذُو ٱلۡفَضۡلِ ٱلۡعَظِيمِ ٩٢

Zodat de mensen van het Boek zullen weten dat zij geen macht hebben over de gunst van Allah en dat (Zijn) gunst geheel in Zijn hand is om te geven aan wie Hij wil. En Allah is de Bezitter van een grote overvloed.

Soerah 57:1-29